Leerdam "Hofje van Mevr. van Aerden"

Maria Ponderus (1672-1764) was de tweede vrouw van Pieter van Aerden (1643-1719). Hun twee zoons stierven in Nederlands-Indië en ook haar dochter was al gestorven voor zij zelf op 92-jarige leeftijd overleed. Maria kwam uit een bemiddeld familie die goede contacten had met het Huis van Oranje. Pieter, notaris en procureur in Den Haag, verzamelde uit liefhebberij schilderijen van kunstenaars uit zijn tijd. De schilderijen hingen in hun woonhuis in Den Haag, maar zijn volgend de wil van Maria overgebracht naar de Regenten Kamer van het Hofje. In haar testament bestemde zij een groot deel van haar nalatenschap voor de oprichting van een hofje voor minder bedeelde vrouwelijke familieleden. De meeste van deze vrouwen bleken niet in Den Haag, maar in Leerdam te wonen. Prins Willem V, graaf van Leerdam, ging akkoord met de bouw van het hofje op de plek waar het kasteel van de Heeren Van Arkel had gestaan. De schilderijen collectie is nog steeds te bezichtigen in de tot museumzalen ingerichte vertrekken onder de Regentenkamer en in de Regentenkamer zelf. Enkele topstukken zijn, een stilleven van Pieter Claeszn, het schilderij "Twee lachende jongens van Frans Hals", een bosgezicht van Jacob van Ruysdael, twee portretten van Gerard Ter Borch en een Guirlande met bloemen en vruchten van Cornelis de Heem. Onder de vele (familie)portretten bevindt zich ook een portret van Maria Ponderus gemaakt door een onbekende Hollandse meesterlijke schilder.